Main Words

* Yes = Ja

* No = Nee

* Thank you = Dank u

* Thank you very much = Dank u wel

* You're welcome = Niets te danken, geen dank

* Please = Alstublieft

* Excuse me = Excuseert u mij

 

Greetings

* Hello = Goede dag, Hallo

* Goodbye = Tot ziens

* So long = Vaarwel, Dag, Aju

* Good morning = Goede morgen

* Good afternoon = Goede middag

* Good evening = Goedenavond

* Good night = Goede nacht

Talking to people

* I do not understand = Ik begrijp u niet. Ik weet het niet.

* How do you say this in Dutch? = Hoe zeg je dit in het Nederlands?

* Do you speak ... = Spreekt u ...

* English = Engels

Questions and answers

* What is your name? = Hoe heet je?

* Nice to meet you. = Leuk je te ontmoeten.

* How are you? = Hoe gaat het ermee?

* Good = Goed

* Bad = Slecht

* So so = Gaat wel

* Where is the bathroom? Where is the toilet? = Waar is het toilet?

Family

* Wife = Vrouw

* Husband = Echtgenoot, Man

* Daughter = Dochter

* Son = Zoon

* Mother = Moeder

* Father = Vader

* Friend = Vriend (m), Vriendin (f)